4 walapa's, 4 sneetjes oud brood, zwarte peper, nootmuskaat, 2 takjes selderie (soepgroente), 1 tomaat, 1 uitje of sjalotje, zout, 100 gr margarine, 1 madam Janet peper.

De walapa's ontschubben, bij de keel snijden, de ingewanden verwijderen en goed schoonwassen met lemmetje of azijn.

De vissen van binnen en buiten inwrijven meteen mengsel van peper en zout. Ongeveer een half uur laten intrekken. De sneetjes brood ontkorsten, weken in water of melk, uitknijpen en fijnwrijven.

Een vulsel maken van het fijngewreven brood, een deel van de gesnipperde ui of sjalot, selderie, zout en zwarte peper en de vissen vullen. De vissen in de margarine of olie bakken.

De gesneden tomaten, de rest van de gesnipperde ui of sjalot erbij doen. Een beetje water en enkele druppels citroensap of azijn en de hele peper toevoegen.

De vissen ongeveer 15 minuten laten stoven