Lijst Wetten : Kosten inzake wegen van goederen, het roeien van vaten en het heffen van weeg-, roei- en opslaglonen en entrepotrechten
1927 No. 1
GOUVERNEMENTSBLAD
van
SURINAME
Staatsbesluit van 6 januari 1927 no. 21, bevelende de plaatsing in het Gouvernementsblad van de thans geldende tekst van de verordening van 5 december 1908 (GB 1909 No. 16) omtrent het wegen van goederen, het roeien van vaten en het heffen van weeg -, roei - en opslaglonen en entrepotrechten.
De Gouverneur van Suriname
Overwegende, dat de verordening van 5 december 1908 (GB 1909 No. 16) omtrent het wegen van goederen, het roeien van vaten en het heffen van weeg -, roei - en opslaglonen en entrepotrechten verschillende wijzigingen en aanvullingen heeft ondergaan bij de verordening van 31 december 1926 (GB No. 134) en dat het ter vergemakkelijking van de raadpleging van deze verordening wenselijk is de thans geldende tekst daarvan in een geheel samen te vatten en die in het Gouvernementsblad op te nemen.
Besluit:
Te bepalen, dat de voormelde verordening van 5 december 1908 (GB 1909 No. 16), zoals zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen en aanvullingen, nevens afschrift van deze resolutie, in het Gouvernementsblad zal worden geplaatst.
Paramaribo, 06 januari 1927
VAN HEEMSTRA
Uitgegeven, de 6e januari 1927
De Gouvernements - Secretaris,
H. F. Esser l.g.s
Verordening van 5 december 1908 (GB 1909 No. 16),
- omtrent het wegen van goederen, het roeien van vaten en het heffen van weeg -, roei - en opslaglonen en entrepotrechten,
- gelijk zij luidt na de daarin bij de verordening van 31 december 1926 (GB no. 134) aangebrachte wijzigingen en aanvullingen.
Artikel 1
Van Gouvernementswege worden tegen betaling van de verschuldigde lonen, goederen gewogen en vaten geroeid.
Voor weging of roeien en andere niet afzonderlijk genoemde verrichtingen buiten de daarvoor door de President aangewezen plaatsen en buiten de gewone diensttijd van de ambtenaren bij de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen vastgesteld nodig is, een vergunning van de Inspecteur.
De inkomsten, voortvloeiende uit deze verordening, komen, behoudens de reis - en verblijfkosten, bedoeld in artikel 7 ten bate van 's landskas.
Artikel 2
De voorschriften omtrent het wegen en roeien, de ontvangst en de verantwoording van de krachtens deze verordening verschuldigde lonen en rechten worden door de Directeur der Belastingen vastgesteld.
Artikel 3 **)
De weeg - en roeilonen zomede het opslagloon en het entrepotrecht, respectievelijk bedoeld bij artikel 8 § 7 en artikel 22 § 4 van de Scheepvaartverordening, worden geheven volgens onderstaand tarief:
A. Het weegloon bedraagt voor wegingen op de overeenkomstig artikel 1 aangewezen plaatsen:
1 |
Voor varkens, geiten en schapen, per stuk |
25,00 |
2 |
Voor runderen en niet met name genoemde dieren, per stuk |
50,00 |
3 |
Voor goud, zilver en andere edele metalen, gouden en zilveren voorwerpen en edelgesteenten, per 10 gram of gedeelte daarvan |
10,00 |
4 |
Voor alle andere goederen per 100 kg of gedeelte daarvan |
5,00 |
B.
|
Het roeiloon, voor roeiing op de overeenkomstig artikel 1 aangewezen plaatsen, bedraagt per vat
|
50,00 |
|
Voor weging en roeiing en voor andere niet afzonderlijk genoemde verrichtingen buiten de overeenkomstig artikel 1 aangewezen plaatsen, is bovendien verschuldigd een vacatiegeld per uur of gedeelte daarvan, de heen - en terugreis van de ambtenaren bij de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen daaronder begrepen, voor elke ambtenaar |
60,00 |
C. Het opslagloon - hieronder mede te verstaan loon wegens de opslag van goederen, bestemd om te worden uitgevoerd - bedraagt per etmaal of gedeelte daarvan:
1. Per vat, inhoudende onverpakte natte waren, voor elke 100 liter inhoudruimte of gedeelte daarvan:
a |
In een voor afsluiting ingerichte overdekte bergplaats |
1,00 |
b |
In een niet - afgesloten overdekte bergplaats |
0,75 |
c |
Op niet - overdekte steigers of terreinen |
0,50 |
2. Voor andere voorwerpen, per kubieke meter of gedeelte daarvan:
a |
In een voor afsluiting ingerichte overdekte bergplaats |
2,25 |
b |
In een niet - afgesloten overdekte bergplaats |
1,50 |
c |
Op niet - overdekte steigers of terreinen |
1,05 |
3.
|
Voor levende dieren per stukOnverminderd de vergoeding voor alle schade aan de inrichting tot berging of opslag van vee aangebracht |
11,25 |
D. Het entrepotrecht bedraagt per etmaal of gedeelte daarvan:
1 |
Per vat, inhoudende onverpakte natte waren, voor elke 100 liter inhoudsruimte of gedeelte daarvan |
1,50 |
2 |
Voor alle andere voorwerpen:per 1/10 kubieke meter of gedeelte daarvan |
1,25 |
Bij de toepassing van dit tarief wordt het bij de eindafrekening te betalen bedrag naar boven afgerond tot hele centen.
Artikel 4
Voor de in het vorig artikel bedoelde heffing is voor elke partij tenminste een bedrag van 150,-- verschuldigd.
Artikel 5
Indien van een partij slechts een gedeelte gewogen en naar de uitkomst daarvan het gewicht van de gehele partij berekend is, wordt, voor de berekening van het weegloon, de gehele partij als gewogen beschouwd.
Artikel 6
De lonen, bedoeld onder A, B en C van artikel 3, worden verdubbeld, indien de verrichting plaatsvinden buiten de vastgestelde gewone diensttijd voor de ambtenaren bij de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen.
Artikel 7
Voor de verrichting buiten de standplaats worden voor de heen- en voor de terugreis aan elke daarmede belaste ambtenaar de betaalde reiskosten teruggeven en verblijfkosten vergoed volgens het geldend tarief, tenzij tot het vervoer van de ambtenaren door belanghebbenden een behoorlijk vervoermiddel wordt beschikbaar gesteld, in welk geval alleen verblijfskosten worden vergoed.
Artikel 8
Het Gouvernement noch haar ambtenaren zijn verantwoordelijk voor verlies, bederf of schade van de opgeslagen goederen, tenzij ingeval van bewezen slordigheid of schuld der ambtenaren.
Artikel 9
Ter berekening voor zoveel nodig van de kubieke inhoud van opgeslagen of geėntreposeerde voorwerpen wordt als grondvlak in aanmerking genomen de oppervlakte, welke door de plaatsing van deze voorwerpen wordt ingenomen of voor de plaatsing van enig ander voorwerp niet meer kan dienen. De heffing vangt aan met ingang van de dag, volgende op die van de opslag of van de entrepotsering.
Artikel 10
Voor weging en roeiing en voor andere niet afzonderlijk genoemde verrichtingen buiten de overeenkomstig artikel 1 aangewezen plaatsen worden de vereiste werktuigen door de belanghebbende verschaft. In afwijking van deze regel kunnen kleinere werktuigen van de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen hiervoor door de bij artikel 66 van de Scheepvaartverordening (GB 1908 No.63) - geldende tekst GB 1939 No.30 - als Inspecteur aangeduide ambtenaar worden afgestaan, wanneer naar diens oordeel de dienst dit toelaat. In dit geval komen nochtans alle kosten van vervoer van de afgestane werktuigen voor rekening van de belanghebbende.
De lonen van de arbeiders, die nodig zijn voor de weging en roeiing, zomede voor de opslag, de uitslag en voor de andere verrichtingen, komen voor rekening van de belanghebbende.
Artikel 10a
Bij Staatsbesluit kunnen de in deze Wet vastgestelde tarieven worden gewijzigd.
Artikel 11
Bij het in werking treden van deze verordeningen vervallen de verordeningen van 2 mei 1888 (GB No.26) en van 7 december 1896 (GB No.52), zomede alle bestaande bepalingen betreffende de Waag.
Artikel 12
Deze verordening treedt in werking op en door de Gouverneur te bepalen tijdstip.
|