Wetten : Wet verdovende middelen
Naar: Onderdelen Wet verdovende middelen
1999 No. 21
Aanvulling 1999 no. 21: Ter uitvoering van artikel 3 lid 5 en artikel 4 lid 4
STAATSBLAD
VAN DE
REPUBLIEK SURINAME
Staatsblad van 20 januari 1999 ter uitvoering van artikel 3 lid 5 en artikel 4 lid 4 van de Wet Verdovende Middelen (S. B. 1998 no. 14).
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,
Overwegende, dat - ter uitvoering van artikel 3 lid 5 en artikel 4lid 4 van de Wet Verdovende Middelen (S. B. 1998 No. 14) - het nodig is het volgende vast te stellen;
Heeft, de Staatsraad gehoord, vastgesteld het onderstaand door de Raad van Ministers voorbereid Staatsbesluit:
Artikel 1
In dit Staatsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. wet : Wet Verdovende Middelen (S. B. 1998 No. 14);
b. de Minister : de Minister belast met de zorg voor de Volksgezondheid.
Artikel 2
De verboden, gesteld in lid 3 lid 1 onder B en C van de wet gelden niet voor:
a. het aanwezig hebben, vervoeren en dorsen van bolkaf dat na het dorsen ter plaatse wordt vernietigd;
b. het aanwezig hebben, dorsen, verkopen, afleveren en vervoeren van bolkaf dat is bestemd om te worden afgeleverd aan de houder van een verlof voor de vervaardiging van opiumalkaloļden;
c. het bewerken, verkopen, afleveren, vervoeren en aanwezig hebben van de al dan niet geteelde vruchten van bolkaf, welke zijn bestemd om te worden gebezigd als versiersel.
Artikel 3
De verboden, gesteld in artikel 3 lid 1 onder B en C van de wet gelden niet voor preparaten welke codeļne bevatten in een verhouding van 1 op 2000 of minder en geen andere onder de wet vallen substanties bevatten.
Artikel 4
1. De verboden, gesteld in lid 1 onder B, voorzoveel betreft het verstrekken en vervoeren en C, van de artikelen 3 en 4 van de wet zijn, onverminderd de toepasselijkheid van het "Staatsbesluit aflevering verdovende middelen op recept" (S. B. 1999 No. 20), niet van toepassing op:
a. door de Minister erkende ziekenhuizen;
b. door de Minister erkende bedrijfsgeneeskundige diensten;
c. andere door de Minister erkende instellingen met een geneeskundige doelstelling.
2. Aan een erkenning kunnen voorschriften worden verbonden; een ingevolge lid 1 verleende erkenning kan te alle tijde worden ingetrokken.
Artikel 5
1. Dit Staatsbesluit wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd.
2. Het treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.
3. De Ministers van Volksgezondheid en van Justitie en Politie zijn belast met de
uitvoering van dit Staatsbesluit.
Gegeven te Paramaribo, de 20 ste januari 1999.
J. A. Wijdenbosch.
Uitgegeven te Paramaribo, de 20 ste januari 1999.
De Minister van Binnenlanse Zaken,
S. W. Kertoidjojo
1999 No. 21
Staatsbesluit van 20 januari 1999 ter uitvoering van artikel 3 lid 5 en artikel 4 lid 4 van de Wet Verdovende Middelen (S. B. no. 14).
NOTA VAN TOELICHTING:
De in de artikelen 2 en 3 omschreven feiten en middelen zijn zo onschuldig van aard dat strafrechterlijke repressie nodig noch gewenst is.
Bij de in artikel 4 lid 1 sub c omschreven instelling valt bijvoorbeeld te denken aan afkickcentra.
Paramaribo, 20 januari 1999.
J. A. Wijdenbosch.
|