BATAVIA en LEPRA
Batavia vanaf de rivier gezien.
In het kaarten-archief van de Dienst der Domeinen vonden wij de
kaart van W.L. Loth van november 1874; aangevende de situatie op het
etablissement Batavia. Aangezien dit voormalig melaatsen-oord vorig jaar
voor de twintigste keer als bedevaartsplaats - aan Pater Petrus Donders
gewijd - door velen werd bezocht, is het interessant de bedevaartgangers
een indrukte geven hoe Batavia ten tijde van deze Dienaar Gods eruit zag.
Van al de gebouwen van vroeger, zijn thans slechts wat fundamenten van de
kerk-pastorie en van de dokterswoning terug te vinden. Het huidige
kerkgebouw staat gedeeltelijk op dezelfde plaats als de vroegere kerk. Uit
oude publicaties kan men enige indruk krijgen van de impressie van Batavia
op passerende en bezoekende reizigers. Zo lezen wij bij A. Kappler in zijn
boek 'Zes jaren in Suriname, 1836-1842', die zich in september 1838 op de
Coppenamerivier bevond o.m. het volgende. 'Het was fraai, helder weder en
de witte huizen van het leprozengesticht tusschen het donkere woud
leverden een behoorlijk gezicht op.'
De reeds eerder aangehaalde Pater Redemtorist beschrijft: `Achter
de kerk bevond zich een begraafplaats, aan de zijgevels stonden fraaie
palmbomen, terwijl van voren, waar een nette tuin was aangelegd, een
rechtpad, met oranje struiken bezet, naar den rivier-kant leidde, waar men
over de breede Coppename het zicht heeft op de zee. Twee kleine stukken
geschut lagen daar steeds gereed, om de ene of andere feestviering . . .
op te luisteren.' J.A.F. Kronenburg vertelt in zijn 'De eerbiedwaardige
Dienaar Gods Petrus Donders': 'Daar lag in die dagen aan den oever der
Coppename, een van Suriname's schoonste stroomen, een uitgestrekte
schelprits, rijk met palmboomen beplant, en Batavia geheten: aan de water
zijde open, was het overigens geheel door eeuwig groene wouden omgeven.'
De kaart van Loth uit 1874 en de reeds geschetste situatie der lepra
lijders geven een beeld, ontdaan van alle natuurschoon en schone schijn.
Beschouwen wij thans de door Loth aangegeven plattegrond van de
leprozerie: Binnen de grond van het Etablissement ligt het hiervoren
besproken terrein van de R.K. Missie en is aangeduid met de letters A B C
D. De Kerk-pastorie heeft een afmeting van 19 x 10 m, terwijl het
schooltje 6 x 4 m groot is. Aangezien Loth als opzichter bij het
Bouwdepartement slechts de gebouwen in kaart moest brengen, is de
begraafplaats niet gekarteerd. Het etablissement meet aan de rivierzijde
330 m, te rekenen van de `Lazarus'kreek, ook wel Lazaretkreek, aan de
Zuidzijde tot aan de loostrens aan de Noordzijde, terwijl de gemiddelde
diepte van het bebouwd gedeelte aan het terrein 150 m bedraagt. De
dokterswoning, die op 75 m ten westen van de Kerk-pastorie stond was 14 x
11 m groot.
De kerk, de dokterswoning en diens bedienden-woningen waren op de
daar aanwezige schelprits gebouwd. Naast de Lazaruskreek was een
hospitaaltje van 13 x 8 m. In het Zuidwestelijk deel van de leprozerie,
stonden ca 50 uit palisaden opgetrokken hutten met troeli-dakbedekking,
waarin de melaatsen verbleven. De gemiddelde afmeting van deze hutten
bedroeg 6 x 4 m. Dit gedeelte van het terrein was in vier sektoren
verdeeld door middel van trenzen, waarover vlonders lagen, terwijl elke
sektor over één of meerdere keukens beschikte. Een waterput, in de rits
bij de dokter, en houten watervaten zorgden voor de watervoorziening. Het
noord-oostelijk deel bevatte de direkteurswoning (10 x 10 m) een magazijn
voor levensmiddelen en, notabene, een strafcel (arresthuis). Op de rits
stonden vijf blokwoningen (20 x 5 m) en voorts meer van de rivier af nog
veertien palisade-hutten alsmede een dubbele blokwoning (30 x 5 m). De
bedevaartganger zal nu een grotendeels overwoekerde omgeving aantreffen,
waarin een overvloed van koningspalmen. Slechts enkele graven, voorzien
van een grafsteen, markeren nog de oude begraafplaats. Aan de waterkant
staan thans een woonhuis annex internaat onder leiding van de familie
Kassels alsmede een schooltje, een onderwijzerswoning en bijgebouwtje.
(Thans zijn alle gebouwen verlaten). Dicht achter het woonhuis-internaat
vindt men de fundamenten van de dokterswoning en rondom het huidig
kapelletje liggen, goed door de schelprits geconserveerd, de stenen
overblijfselen van de voormalige Kerk-pastorie.